Wederom goed fiscaal nieuws voor pensioenfondsen
Btw-vrijstelling
In de praktijk stond al vast dat (operationeel) vermogensbeheer en pensioenadministratie kwalificeren als ‘beheer’. De Belastingdienst en Achmea verschilden echter van mening over de kwalificatie van fiduciair management door de vermogensbeheerder en bestuursondersteunende diensten door de pensioenadministrateur.
Dit heeft geleid tot twee procedures, die Achmea heeft gewonnen. De rechter stelt dat de bestuursondersteunende diensten opgaan in de meeromvattende pensioenadministratie, die vrijgesteld is van btw aan een gemeenschappelijk beleggingsfonds. De rechter is dezelfde mening toegedaan over fiduciair management als zelfstandige dienst.
Lagere btw-druk
Kortom, het btw-begrip beheer krijgt een bredere uitleg en dit is gunstig voor de toekomst. In het nieuwe pensioenstelstel, waarin de beschikbare premieregeling de basis vormt, kwalificeren Nederlandse pensioenfondsen (sneller) als een gemeenschappelijk beleggingsfonds. Een brede uitleg van btw-vrijgesteld beheer leidt hier tot minder btw-druk op externe kosten.
Maar ook voor nu kan het al leiden tot een lagere btw-druk als pensioenfondsen reeds in bezwaar/beroep zijn voor de kwalificatie als gemeenschappelijk beleggingsfonds of als zij dit alsnog opstarten naar aanleiding van de recente vragen van de Nederlandse rechter aan het Europese Hof.
Kwalificatie als gemeenschappelijk beleggingsfonds
Cruciaal voor de daadwerkelijke btw-vrijstelling is de kwalificatie als gemeenschappelijk beleggingsfonds en hier werd eerder dit jaar een belangrijke mijlpaal behaald. Na het eindoordeel van de Nederlandse Hoge Raad in 2016 leek de kans op een eventuele btw-vrijstelling voor pensioenfondsen verkeken. De Rechtbank Arnhem vindt de uitspraak van de Nederlandse Hoge Raad echter niet duidelijk genoeg en stelde begin 2022 in een zestal procedures diverse rechtsvragen rechtstreeks aan het Europese Hof van Justitie. Het wachten is nu op een positief besluit van dit Europese Hof zodat pensioenfondsen aan de hand van duidelijke criteria kunnen oordelen of zij voldoen aan de vereisten voor de kwalificatie als een gemeenschappelijk beleggingsfonds waarvan het beheer is vrijgesteld van btw.
Als de Europese rechter Achmea en de pensioenfondsen in kwestie in het gelijk stelt, dan kwalificeert wellicht een groot aantal Nederlandse pensioenfondsen nu al als een gemeenschappelijk beleggingsfonds en is er direct voordeel van deze brede(re) uitleg van het begrip ‘beheer’. Voor de volledigheid moet wel worden opgemerkt dat de Belastingdienst nog wel in beroep kan gaan tegen de uitspraak van de Nederlandse rechter en dat de Europese procedure over de kwalificatie van Nederlandse pensioenfondsen als gemeenschappelijk beleggingsfonds kan ook worden verloren.